Borstkanker

Bij borstkanker zitten er kwaadaardige cellen in één of beide borsten. Het wordt ook wel een mammacarcinoom genoemd. Zowel vrouwen als mannen kunnen het krijgen. Bij vrouwen komt het alleen vaker voor.

Onze lichaamscellen vernieuwen voortdurend. In sommige gevallen, kunnen er kwaadaardige cellen ontstaan Dit kan ook als de cellen te snel groeien. Waardoor de snelle groei veroorzaakt wordt, is nog onduidelijk. Er zijn een aantal factoren die het risico op borstkanker kunnen vergroten:

• Het ouderdomsproces. Vrouwen boven de 60 hebben een grotere kans op borstkanker.
• Erfelijkheid. In sommige families komt borstkanker vaker voor. Zij dragen vaak het CHEK-2 gen, BRCA-1 gen of het BRCA-2 gen.
• U bent nooit zwanger geweest (bij vrouwen). Het geven van borstvoeding verkleint de kans op borstkanker.
• Vrouwelijke hormonen. Als oestrogeen en progesteron langdurig in uw lichaam zitten, verhoogt dit de kans op borstkanker lichtelijk. Dit is vooral het geval als u langer vruchtbaar bent dan de gemiddelde vrouw.
• Langdurig slikken van de anticonceptiepil.
• Roken.
• Overmatig alcohol gebruik.
• Overgewicht.

Over het algemeen is borstkanker goed te genezen. Dit is wel afhankelijk van het type dat u heeft en het tijdsbestek waarin het ontdekt wordt. Is het uitgezaaid naar andere organen? Dan zijn de overlevingskansen kleiner.

Borstkanker wordt in vier stadiums ingedeeld:

• Stadium 1: De tumor in de borst is kleiner dan 2 centimeter. Er zijn geen uitzaaiingen in de lymfeklieren en andere organen.
• Stadium 2: De tumor is 2 tot 5 centimeter. Er zitten uitzaaiingen in de lymfeklieren achter het borstbeen en/of lymfeklieren in de oksel. Er zitten geen uitzaaiingen in de organen.
• Stadium 3: De tumor is groter dan 5 centimeter. Of er zijn uitzaaiingen in meer dan 4 lymfeklieren in de oksel en/of achter het borstbeen. De uitzaaiingen kunnen ook boven het sleutelbeen zitten. De tumor kan buiten de borst gaan groeien of zit aan de wand van de borst vast. Verder kan er in dit stadium sprake zijn van een inflammatoire borstkanker. Er zijn geen uitzaaiingen in andere organen.
• Stadium 4: Er zijn naast uitzaaiingen in de lymfeklieren ook uitzaaiingen in andere organen.

Klachten die kunnen wijzen op borstkanker:

• Een knobbeltje in de borst. Dit knobbeltje heeft geen vaste vorm en zit vast aan de huid of aan de spier achter de borst.
• Kuiltjes in de huid van de borst.
• Een kuiltje in de tepel.
• Een ontstoken borst. De borst is rood en warm.
• Opgezette klieren boven of onder het sleutelbeen.
• Opgezette klieren in de oksel.
• Bloed of bruin vocht uit de tepel.
• Vocht uit de tepel bij een vrouw die al in de overgang is geweest.
• Wondjes op de borst die niet genezen.

Tegen borstkanker kunt u zelf niets doen. Daar heeft u  specialistische hulp bij nodig. Wel kunt u een aantal dingen doen om borstkanker vroegtijdig te ontdekken:

• Heeft u een oproep gekregen voor deelname aan het borstkankeronderzoek? Laat u dan onderzoeken.
• Komt er borstkanker in uw familie voor? Onderzoek uzelf dan regelmatig op veranderingen aan de borst. U kunt dit het beste doen nadat u ongesteld bent geweest. Tijdens uw ongesteldheid kan uw borst gevoeliger en dikker zijn, waardoor u zich sneller kunt vergissen. Zit u in de overgang? Dan maakt het moment, waarop u het zelfonderzoek uitvoert, niet uit.
• Heeft u eerder borstkanker gehad? Dan adviseren wij u ook om uzelf regelmatig te onderzoeken. Doe dit met medeweten van uw arts, zodat het u niet gaat belemmeren in uw dagelijks leven. De angst om het weer te krijgen, kan sterk aanwezig zijn.

Daarnaast is het belangrijk om gezond te leven. Dit geeft geen zekerheid, maar verkleint de kans op borstkanker wel. Zo is het verstandig dat u:

• Voldoende beweegt.
• Gezond en gevarieerd eet.
• Balans aanbrengt tussen werk en privé. Voorkom overmatige stress en probeer dit te verminderen als u dit wel heeft.
• Voldoende rust en slaapt.
• Stopt met roken.
• Stopt of matigt met alcohol.
• Anticonceptie op de juiste manier gebruikt. Laat u daarbij adviseren door uw huisarts en volg dit advies op.

Heeft u of een naasten de diagnose borstkanker gekregen? Dan adviseren wij u om tijdig psychische hulp in te schakelen als u dit nodig heeft. Het heeft namelijk een grote impact op uw leven en dat van uw naasten. Uw huisarts kan u doorverwijzen naar een passende hulpverlener of psycholoog. Daarnaast zijn er ook diverse lotgenotengroepen waar u zich bij kunt aansluiten.

Heeft u één of meerdere van de boven beschreven klachten? Neem dan direct contact op met uw huisarts. Als deze twijfels of een vermoeden heeft, zal de huisarts u doorsturen naar een mammapoli (een afdeling gericht op borstkanker) in het ziekenhuis. Daar onderzoeken ze uw klachten verder om uit te wijzen of de klachten veroorzaakt worden door borstkanker.